KLIMAATHYSTERIE - maar waarom ...

Een bizarre weerkundige samenloop van omstandigheden heeft gezorgd voor een ramp in Belgisch en Nederlands Limburg en de Eifel.

Natuurlijk wordt deze ramp door sommige deskundigen (die dit mijns inziens dus niet zijn) direct geweten aan klimaatverandering. Die conclusie is pertinent onjuist. Er was sprake van zeer zware buien die door het gebrek aan wind nauwelijks van plaats veranderden en de neerslaghoeveelheid van een maand in een etmaal uitstortten in deze gebieden.

In tegenstelling tot het KNMI die de ramp ook wijt aan klimaatverandering, beschouwt de Deutsche Wetterdienst het gebeuren als: "Wetter".

Ook in het verleden heeft de Maas bij tijd en wijle flink opgespeeld, zoals in 1643, 1926 en 1993. [gebruikte bronnen: Wikipedia]

Overstromingen in Belgisch Limburg, Nederlands Limburg en de Eifel

Gedenkstenen met hoogwaterstanden in Venlo met bovenaan de steen uit 1643.

[bron: Wikipedia]

Bij de overstroming van de Maas in 1643 bereikte de Maas haar hoogste waterpeil in eeuwen en ook in de eeuwen daarna zou de Maas nooit meer een dergelijk hoge waterstand bereiken. De vele dijkdoorbraken en overstromingen veroorzaakten enorme schade en kostten honderden mensen het leven. De omvang van de waterafvoer wordt geschat op 3.600 m³/s,meer dan 15 keer zoveel als de gemiddelde afvoer van de Maas.

In Hoei werden door het hoge water fabrieken, molens en 200 huizen vernield en kwamen tussen de 65 en 80 mensen om het leven. De cisterciënzerinnenabdij van Val-Benoît onder Luik overstroomde en in de stad zelf kwam de wijk Outremeuse geheel onder water te staan en op 15 januari 1643 stortte de Pont des Arches in, waardoor de Sint-Pauluskathedraal door de stuwing overstroomde. Het water steeg in de kerk, die destijds op een eiland in de Maas lag, tot 1,35 meter hoog. In de kerk werd een plaquette met jaardicht aangebracht: aLtIVs eXpanso fLVMIne DVXIt aqVas: "De overstromende rivier leidde haar water tot deze hoogte" en geeft het jaar 1643 aan.

In Maastricht bereikte de Maas een hoogte van 47,89 meter boven NAP, bijna een meter hoger dan tijdens de grote overstromingen van 1926 en 1993.


Bij Meers spoelde het water de dijken en het oude gedeelte van het dorp weg. Het oude kasteel Elsloo verdween voorgoed in de Maas. De ruïne is bij zeer laag water nog te zien. Het dorp Obbicht werd op 15 januari na een dijkdoorbraak geheel weggespoeld, waarbij mogelijk meer dan 500 doden vielen.

Het dorp lag destijds verder naar het westen waar nu het natuurgebied Negenoord ligt, in het huidige België. De Maas boog vroeger onder Kasteel Obbicht naar het westen af, liep tussen tussen Stokkem en Obbicht naar het noorden en draaide bij Dilsen weer naar het oosten.

In Venlo werd het hoogste waterpeil van 19,50 meter boven NAP op 17 januari bereikt, getuige een ingemetselde gedenksteen in de binnenstad waarop vermeld staat dat dit peil op Antoniusdag 1643 bereikt werd. De naamdag van Antonius van Egypte is 17 januari.

[bron: Wkipedia]

De overstroming van de Maas in 1926 was een gevolg van hoge waterstanden in de rivier de Maas en haar zijrivieren in Nederland, België en Frankrijk. In Nederland was dit in termen van schade een van de meest catastrofale overstromingen van de 20e eeuw in de Maasvallei.


In de provincies Limburg, Noord-Brabant en Gelderland werden gebieden overstroomd.

Overvloedige regens vanaf 19 december 1925, in combinatie met het smeltwater van de sneeuw die sinds eind november van dat jaar was gevallen, leidden tot uitzonderlijk hoge waterstanden in de rivieren.

In de ochtend van 1 januari 1926 brak in Nederland de Maasdijk bij Overasselt en Nederasselt waardoor het Land van Maas en Waal overstroomde. In de dagen daarna kregen grote delen van het rivierengebied met het water te kampen. Onder andere Nederasselt, Overasselt, Balgoy, Hernen, Leur en Bergharen kwamen onder water te staan.

Door het binnenstromende water en ijs werden 3.000 huizen beschadigd of verwoest. De schade bedroeg 10 miljoen gulden. Het was de laatste grote watersnoodramp in het rivierengebied. Er werden ansichtkaarten met afbeeldingen van de overstromingen uitgegeven waarvan de opbrengst bedoeld was voor slachtoffers van de ramp.

[bron: Wkipedia]


Luik 1926 [bron: Wikipedia]

Bij de overstroming van de Maas in 1993 overstroomden grote delen van Nederlands-Limburg.

In het stroomgebied van de Maas kwamen hoge waterstanden van de Maas na een periode van aanhoudende regen. Op 20 december 1993 trad de Maas voor het eerst buiten haar oever en op 22 december gebeurde dit op meerdere plaatsen in de provincie Limburg. De omgeving van Roermond en Venlo, en specifiek de dorpen Gennep, Itteren en Borgharen,[1] aan de oosterlijke oever werden getroffen. Op de westelijke oever was Neer het zwaarst getroffen.

Ongeveer 8% (18.000 ha) van de oppervlakte van de provincie Limburg stond onder water. Ook enkele Brabantse gemeenten aan de Maas kampten met wateroverlast. Ongeveer 12.000 mensen werden geëvacueerd. De totale schade bedroeg 254 miljoen gulden.[2][3]

Nooit eerder was zo'n hoge afvoer gemeten: 3.120 m3/sec. In Borgharen bereikte de Maas een recordhoogte van 45,90 meter boven NAP.

Ruim een jaar later, in januari 1995, werden de gebieden langs de Maas opnieuw getroffen door grootschalige overstromingen.

[bron: Wkipedia]


De Maas ten noorden van Maastricht [bron: Wikipedia]